Wet Tegemoetkoming Loondomein

Met de Wet tegemoetkoming Loondomein zijn de premiekortingen voor oudere of arbeidsgehandicapte werknemers vervangen door verschillende loonkostenvoordelen: het loonkostenvoordeel voor oudere of arbeidsgehandicapte werknemers (LKV), het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd lage-inkomensvoordeel (Jeugd LIV).

Loonkostenvoordeel (LKV)

Voor oudere of arbeidsgehandicapte werknemers kun je aanspraak maken op het loonkostenvoordeel per gewerkt uur. Het loonkostenvoordeel voor arbeidsgehandicapte werknemers en oudere werknemer uit een uitkeringssituatie bedraagt € 3,05 per verloond uur, met een maximum van € 6.000,- per jaar, gedurende maximaal 3 jaar. Voor werknemers die onder de doelgroep banenafspraak vallen bedraagt het loonkostenvoordeel € 1,01 per uur, met een maximum van € 2.000,- per jaar, gedurende maximaal 3 jaar.

Het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers geldt voor werknemers die 56 jaar of ouder zijn en in de kalendermaand voor je ze aan neemt een uitkering genoten. Het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers wordt naar verwachting verlaagd (naar € 1,35 per uur) per 1 januari 2025 voor werknemers die na 1 januari 2024 in dienst zijn getreden.

Voor het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers of arbeidsgehandicapten heb je altijd een doelgroepverklaring nodig. Jouw werknemer kan deze opvragen bij de verstrekker van de uitkering (het UWV of de gemeente). Jij stuurt deze doelgroepverklaring naar ons door, zodat we de juiste gegevens naar de Belastingdienst kunnen sturen in de loonaangifte.

Let op! Je kunt tot maximaal 3 maanden na de datum in dienst een doelgroepverklaring opvragen.

Het loonkostenvoordeel wordt net als het lage-inkomensvoordeel achteraf betaald. Naar verwachting omstreeks september 2024 over heel 2023.

Lage-inkomensvoordeel (LIV)

Je kunt een vergoeding krijgen voor het in dienst hebben van werknemers met een laag inkomen. Over 2023 krijg je nog maar één soort lage-inkomensvoordeel (LIV). Dat voordeel per uur geldt voor alle werknemers die gemiddeld minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon verdienen.

 

Om voor een werknemer het lage-inkomensvoordeel (LIV) te krijgen, moet een werkgever ervoor zorgen dat zijn uurloon gemiddeld over het hele kalenderjaar minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon is. Dat betekent dat je in 2023 LIV krijgt voor:

  • Werknemers met een gemiddeld uurloon van ten minste € 12,04 , maar niet meer dan € 15,06 (100% tot en met 125% van het wettelijk minimumloon) in 2023.

Voor alle werknemers die 100% tot en met 125% van het wettelijk minimumloon verdienen, geldt een tegemoetkoming van € 0,49 per uur met de bovengrens van € 960,- per werknemer per jaar.

Het gemiddelde uurloon is het totale loon (het loon voor de sociale verzekeringen), inclusief alle beloningen (zoals bijvoorbeeld vakantiegeld, toeslagen of een bonus) gedeeld door het aantal verloonde uren. Dit uurloon wijkt dus af van het uurloon wat op de loonstrook staat!

Om in aanmerking te komen voor deze subsidie gelden de volgende voorwaarden:

  • de werknemer moet in het kalenderjaar minimaal 1248 verloonde uren hebben. Werknemers die in de loop van het jaar in dienst komen voldoen waarschijnlijk niet aan deze eis. Voor hen is er dan geen recht op het lage-inkomensvoordeel.
  • de werknemer verdient minimaal 100% (= € 12,04) en maximaal 125% (= € 15,06) van het minimumloon.
  • de werknemer heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.

Voor het lage-inkomensvoordeel is geen minimumleeftijd van toepassing. Het is dus mogelijk deze subsidie te krijgen voor een werknemer van 18 jaar die aan alle voorwaarden voldoet. Wel is er een maximumleeftijd; het LIV is geldig tot de datum waarop de werknemer de AOW-leeftijd bereikt.

De uitbetaling van het lage-inkomensvoordeel over heel 2023 zal in september 2024 plaatsvinden.

Je hoeft het lage-inkomensvoordeel niet zelf aan te vragen. De Belastingdienst haalt de benodigde gegevens uit de loonaangifte. Uiterlijk in maart 2024 krijg je een voorlopig overzicht van het lage-inkomensvoordeel waar je recht op hebt. Eventuele fouten kunnen dan tot 1 mei 2024 worden hersteld. Voor 1 augustus 2024 krijg je dan een beschikking met het definitieve lage-inkomensvoordeel 2023 en uiterlijk in oktober 2024 wordt dit aan je uitbetaald.

Vanaf 1 januari 2024 is het lage-inkomensvoordeel (LIV) aanzienlijk versoberd. Alleen voor werknemers die tussen gemiddeld minimaal 100% en maximaal 104% van het wettelijk minimumloon verdienen bestaat mogelijk recht op LIV. Per 1 januari 2024 bedraagt het wettelijk minimumuurloon € 13,27. Vermeerderd met de verplichte vakantiebijslag van 8 procent is dit € 14,33. De onderste uurloongrens van het LIV is gelijk aan dit bedrag. De bovenste uurloongrens is gelijk aan 104 procent van de ondergrens. Dit is afgerond naar boven gelijk aan € 14,91. Dit zijn echter voorlopige bedragen omdat de definitieve grenzen pas in de loop van 2024 worden bepaald afhankelijk van de stijging van het wettelijk minimumloon per 1 juli 2024.

Vanaf 1 januari 2025 wordt het lage-inkomensvoordeel (LIV) naar verwachting geheel afgeschaft.

Minimumjeugdloon voordeel / Jeugd LIV

Door de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon sinds 2017  kregen werkgevers met jonge werknemers op minimumloonniveau te maken met aanzienlijk hogere loonkosten. Hiervoor is een (gedeeltelijke) compensatieregeling in het leven geroepen; ‘het minimumjeugdloon voordeel’. Werkgevers krijgen dit lage-inkomensvoordeel voor jongere werknemers van wie het gemiddelde uurloon over heel 2023 binnen de gestelde uurloongrenzen ligt. Daarvoor is de leeftijd van de werknemer op 31 december van 2022 doorslaggevend. Werkgevers krijgen namelijk alleen jeugd-LIV voor werknemers die op de laatste dag van vorig jaar 18, 19, of 20 jaar oud waren. Verder moeten de werknemers verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen.

In 2023 waren de uurloongrenzen als volgt:

  • Werknemers die 31 december 2022 18 jaar waren en gemiddeld een uurloon van minimaal € 6,12 en maximaal € 8,17. De compensatie is dan € 0,07 per verloond uur en maximaal € 135,20 per jaar.
  • Werknemers die 31 december 2022 19 jaar waren en gemiddeld een uurloon van minimaal € 7,34 en maximaal € 10,89. De compensatie is dan € 0,08 per verloond uur en maximaal € 166,4 per jaar.
  • Werknemers die 31 december 2022 20 jaar waren en gemiddeld een uurloon van minimaal € 9,79 en maximaal € 12,04. De compensatie is dan € 0,30 per verloond uur en maximaal € 613,6 per jaar.

Er is geen minimum aantal uren voor deze regeling (minimumjeugdloon voordeel). Je kunt dus een compensatie krijgen voor een oproepkracht, maar ook voor een fulltime werknemer.

Let op: vanaf 1  januari 2024 is het jeugd-LIV afgeschaft. In 2024 betaalt de belastingdienst nog wel het jeugd-LIV over de verloonde uren in 2023.

 

Wat moet je doen om deze compensatie te ontvangen?

Voor oudere of arbeidsgehandicapte werknemers kun je aanspraak maken op het loonkostenvoordeel, als je werknemer binnen 3 maanden na aanvang van het dienstverband een doelgroepverklaring heeft aangevraagd. Je stuurt deze altijd naar ons door. Wij zorgen ervoor dat de benodigde gegevens worden aangeleverd. De Belastingdienst gaat deze gegevens uit jouw aangifte loonheffingen halen. Het is wel zo dat de Belastingdienst alle gegevens van 2023 pas in de loop van 2024 gaat verwerken. De betaling van de compensatie zal in september 2024 plaatsvinden. Ook mag het loon niet te hoog zijn. Als je namelijk bonussen, provisies of andere bruto toeslagen betaalt kun je boven de grens uitkomen waardoor je geen compensatie ontvangt. Ook de bijtelling van lunch, een auto of andere vormen van loon in natura kunnen ervoor zorgen dat je geen compensatie krijgt. Wij adviseren je hier graag over!

Wil je meer weten naar aanleiding van dit artikel?

Neem contact met ons op en wij vertellen je graag meer.